Box 3-bezwaar maken: zinvol of tijdverspilling?

Gepubliceerd door IFS Finance op 24 april 2025

“Weet je wat je moet doen? Bezwaar maken tegen je box 3-berekening. Dan krijg je misschien belasting terug!” Dit advies klinkt de laatste tijd steeds vaker tijdens borrels en op verjaardagen. Sinds de Hoge Raad oordeelde dat het forfaitaire stelsel in box 3 in strijd is met Europees recht, denken veel mensen dat er goud te halen valt bij de Belastingdienst. In werkelijkheid blijkt het voor zo’n 80% van de Nederlandse belastingbetalers helemaal niet zinvol om bezwaar te maken. In deze blog vertelt Jacco Huisman, partner bij IFS Finance, waarom het uitrekenen van je werkelijke rendement vaak niet loont en wanneer het toch interessant kan zijn.

Wat heeft de Hoge Raad precies bepaald?

De Hoge Raad heeft bepaald dat als jij kunt aantonen dat jouw werkelijke rendement op vermogen lager is dan het forfaitaire rendement dat de Belastingdienst hanteert, je alleen belasting hoeft te betalen over dat werkelijke rendement. Dit klinkt fantastisch, maar er zit een flinke adder onder het gras. Je moet dat werkelijke rendement namelijk zelf berekenen én bewijzen. En dat is bepaald geen sinecure.

De bewijslast ligt volledig bij jou

Om aan te tonen dat je minder belasting hoeft te betalen, moet je zelf met bewijs komen. Je moet voor alle vermogensbestanddelen – van je spaarrekening tot je beleggingen, crypto en vastgoed – exact berekenen wat het werkelijke rendement was. De Belastingdienst komt met een speciaal OWR-formulier (Opgave Werkelijk Rendement), maar je vult dat niet zomaar in. Het vergt een gedetailleerde administratie, inclusief koersontwikkelingen, ontvangen rente, dividenden en waardeveranderingen van al je bezittingen.

Waarom het vaak niet loont om bezwaar te maken

Bij eerste tests met de rekenregels van de Hoge Raad blijkt dat het voor ongeveer 80% van de belastingplichtigen voordeliger is om gewoon bij het forfaitaire stelsel te blijven. Daar zijn verschillende redenen voor:

1. Bij het berekenen van je werkelijke rendement moet je alle vermogenscategorieën meenemen. Je kunt niet cherrypicken en alleen je verlieslijdende beleggingen opvoeren.

2. Over de redelijkheid en houdbaarheid ervan kun je twisten, maar: De kosten mag je niet aftrekken. Denk aan onderhoudskosten voor vastgoed, bankkosten of advieskosten. Alleen betaalde rente telt als negatief inkomen.

3. Waardestijgingen van bezittingen, zelfs als je die niet hebt verkocht (ongerealiseerde winst), worden meegeteld als inkomen. Vooral bij vastgoed kan dit flink in je nadeel werken als de WOZ-waarde is gestegen.

4. Bij het berekenen van je werkelijke rendement vervalt het heffingsvrije vermogen. Voor mensen met kleinere vermogens is dit vaak nadelig.

Wanneer is het wél interessant?

Er zijn situaties waarin het toch de moeite waard is om je werkelijke rendement te berekenen. Bijvoorbeeld als je in 2022 uitsluitend een effectenportefeuille had die door het slechte beursjaar flink in waarde is gedaald. Of als je vermogen voornamelijk uit spaargeld bestaat, terwijl de spaarrente lange tijd nagenoeg nul was.

Kijk hierbij niet alleen naar het rendement, maar ook naar de kosten van het berekenen en onderbouwen ervan. Het kalf mag niet groter worden dan de koe: de kosten om alles uit te zoeken moeten niet hoger zijn dan de potentiële belastingteruggave.

De verstopte valkuilen in de berekening

De berekening van je werkelijke rendement zit vol met valkuilen. Zo moet je bij een verhuurde woning niet alleen de ontvangen huur opgeven, maar ook de waardestijging van het pand (op basis van WOZ-waarden). En bij beleggingen tel je niet alleen de uitgekeerde dividenden, maar ook de koerswinsten mee. Zelfs als je die aandelen nog helemaal niet verkocht hebt.

Een van de meest verraderlijke aspecten: als je voor één jaar kiest voor belastingheffing op basis van werkelijk rendement, moet je voor dat jaar je hele vermogen tesamen doorrekenen. Je kunt niet per vermogensbestanddeel kiezen wat voor jou het gunstigst is.

Wat te doen als je toch bezwaar wilt maken?

Twijfel je of het zinvol is om je werkelijke rendement te berekenen? Begin met een grove schatting. Kijk eerst of je spaartegoeden had met minimale rente, of dat je beleggingen in 2022 flink in waarde zijn gedaald. Houd daarbij ook rekening met eventuele waardestijgingen van je andere bezittingen, zoals vastgoed.

Als je na deze eerste check denkt dat het zinvol kan zijn, verzamel dan alvast je gegevens: bankafschriften, jaaroverzichten van beleggingen, vastgoedwaarderingen en alle informatie over ontvangen rente, dividend en huur. Zo ben je voorbereid als het OWR-formulier in juli 2025 beschikbaar komt.

Bezint eer ge begint

Mijn advies? Ga niet zomaar aan de slag met het berekenen van je werkelijke rendement zonder eerst kritisch te kijken of het voor jou zinvol is. In de meeste gevallen is het niet lonend. Twijfel je? Laat dan een professional een inschatting maken. Zo voorkom je dat je veel tijd steekt in een exercitie die je uiteindelijk niets oplevert.

Bij IFS Finance helpen we ondernemers en particulieren om de juiste fiscale keuzes te maken. We kunnen je adviseren of het in jouw specifieke situatie zinvol is om je werkelijke rendement te berekenen. Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek.

Jacco Huisman is partner bij IFS Finance en specialist op het gebied van fiscale vraagstukken.